7
Eene schuldbekentenis a f500,der 4°/n leening van 1903.
Zeven en dertig stuks a f1000,der 3 n geconverteerde
oude schuld.
Vijf stuks a f 500,— dierzelfde leening.
Zes stuks a f 100,als voor.
Een bedrag a f 36,04 aanwezig in de spaarbank.
Over 1910 bedroegen de baten
Aan pensioensbijdragenf 6108,4O6
Aan interesten van belegde kapitalen - 2718,53
f 8 826,93®
Terwijl de lasten over 1910 bedroegen:
Aan pensioenenf15036,71
Aan administratiekosten - 110,33
Aan terugbetaalde pensioensbijdragen - 53,12 15200 16
De lasten hebben alzoo de baten overtroffen
met een bedrag vanf 6 373,22®
De ontvangsten aan pensioensbijdragen bedroegen
in 1909 f 6 003,765
in 1910, na aftrek van f53,12 aan terugbetaalde
pensioensbijdragen- 6 055,28®
In 1910 alzoo meer dan in 1909 f 51,52
Aan interesten van belegde kapitalen
in 1909 f 2 721,
in 1910- 2 718,53
Alzoo minder dan in 1909 f 2,47
De uitgaven aan pensioenen bedroegen
in 1909 f 14 082,98®
in 1910 - 15036,71
Alzoo meer dan in 1909 f 953,72®
De uitgaven aan admininistratiekosten bedroegen
in 1909 f 108,49®
in 1910- 110,33
Alzoo meer dan in 1909 f 1,83®
BIJLAGE B.