8
De volgende pensioenen zijn verleend
Met ingang van 1 Januari 1910 aan K. de Winter, wegens
het overlijden van haren echtgenoot, den gepensionneerden agent
van politie der le klasse S. Zwaaf, een pensioen van f 165,
Met ingang van 1 Juli 1910 aan J. H. L. Sinnige, weduwe
van P. W. Payens, in leven directeur der gasfabriek en water
leiding, een pensioen van f 600,
Met ingang van 1 Augustus 1910 aan A. J. B. Stap, eervol
ontslagen directeur der bank van leening, een pensioen
van f 1263,
Met ingang van 1 September 1910 aan H. C. de Jongh, eervol
ontslagen meesterknecht bij de gemeentewerken, een pensioen
van f 582,en
Met ingang van 1 December 1910 aan J. Sneep, eervol ont
slagen agent van politie der le klasse, een pensioen van f 480,
Het dienstjaar 1910 sluit met een tekort van f 6373,225 met
welk bedrag, zooals hiervoor vermeld, de lasten de baten hebben
overtroffen.
Op grond van het bepaalde bij art. 28, alinea 3 der pensioen
verordening, hebben wij de eer Uwen raad beleefd te verzoeken,
in het tekort ad f 6273.22° uit de middelen der gemeente te
voorzien en genoemd bedrag uit de gemeentekas te onzer be
schikking te willen stellen.
De commissie van bestuur van het pensioen
fonds voor gemeente-ambtenaren en hunne
weduwen en weezen.
A. P. SCHELTUS, voorzitter.
CERUTTI, secretaris-penningmeester.
BIJLAGE B.