Bijlage J. 4 HOOFDSTUK II. Algemeene beschouwingen. In 1910 zijn, percentsgewijze, veel meer kinderen beneden den leeftijd van één jaar overleden, dan in 1909. Het percentage was echter nog niet zoo ongunstig als in de jaren 1904, 1905 en 1908. Aantal overledenen (de levenloos aangegevenen niet medege- rekend), behoorende tot de werkelijke bevolking, op 1000 in woners in de jaren 1902, 1903, 1904, 1905,1906, 1907, 1908 en 1909 in Aantal kinderen, minder dan één j aar oud te Breda gestorven op 1000 levend geborenen. Levend geboren. Minder dan één jaar oud gestorven. Bevolking. 1902 167 834 139 26572 1903 157 82 30 26607 1904 202 782 158 26953 1905 232 763 177 27495 1906 165 834 38 27645 1907 136 790 109 27629 1908 178 736 13 27825 1909 126 73 92 27960 1910 169 718 121 27976 Het Rijk. Noord- Brabant. Breda. 's-Herto- genbosch. Tilburg. die gemeente van d eene bevolking van zielen, die het ongunstigste cijfer had. e gemeenten met meer dan 20,000 gunstigste cijfer had. 1902 16,38 19,47 i8,77 20,71 16,94 Maastricht 23,84 Enschedé 12,30 1903 15,69 18,83 17,09 20,50 19,17 n 21,19 Zaandam 10,81 1904 16,03 19,38 17,32 21,31 19,18 21,32 11,41 1905 15,42 18,86 j.9,78 17,87 15,67 25,04 Helder 11,66 1906 14,88 17,82 14,83 19,33 16,08 20,63 Zaandam 10,18 1907 14,68 17,77 17,15 20,13 16,04 23,28 Helder 9.49 1908 15,13 20,45 17,52 22,30 20,13 's-Bosch 22,30 10,36 1909 13,71 16,60 14,77 17,84 14,28 Maastricht 18,86 Zaandam 9,83

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1910 | | pagina 263