25 Bijlage J. HOOFDSTUK IX. De Commissie heeft B. en W. van Breda geadviseerd den gemeenteraad eene verordening voor te stellen zooveel mogelijk gelijk aan de verordening in genoemd artikel besproken, en ten doel hebbende de schippers te verplichten aan boord eene be hoorlijke inrichting tot water be waring te hebben en deze gevuld te houden met water uit de gemeente-waterleiding, ten einde tegen te gaan het drinken van rivierwater, dat in een cholera tijd zooveel onheil heeft gesticht. Naar het lid mr. Pels Rijcken later heeft medegedeeld werd het verbod der Rotterdamsche verordening bindend verklaard bij een arrest van den Hoogen Raad van 29 Juni 1910. 2. Bij schrijven van 19 Oct. 1910 werd advies verleend aan B. en W. van Breda in zake eene voorgestelde wijziging van de voorwaarden van waterverstrekkking door de gemeentelijke waterleiding. Drinkwatervoorziening f. Door het lid, den heer baron Van Keppel daarop opmerk zaam gemaakt, heeft de Commissie in behandeling genomen het onderwerp Waterverstrekking aan de schipperij, (zie een desbetreffend artikel in de N. Rott. Courant van 5 Dec. 1909 (Ochtendblad A).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1910 | | pagina 282