Bijlage J.
32
„wanneer door den Centralen Gezondheidsraad een gedragslijn als
„de beste is aangewezen, U te verzoeken, aanwijzing eener ge
dragslijn, als de beste, van den Centralen Gezondheidsraad te
„vragen.
(get.) W. G. H. ROMBOUTS, Voorzitter.
Mr. H. J. W. PELSTER, Secretaris
Op bovenstaand schrijven is tot nog toe geen antwoord in
gekomen.
3. De commissie nam kennis van de verkorte driemaandelijksche
verslagen van den keuringsdienst over 1910 en zond deze terug aan
het gemeentebestuur van Breda met eventueele op- en aanmer
kingen.
4. Naar aanleiding van een schrijven van den Heer Hoofd
inspecteur werd tot B. en W. van Breda het verzoek gericht in
het bijzonder te doen letten op de samenstelling van alcoholische
dranken.
5. Door den Heer Inspecteur der volksgezondheid Dr. G. Romijn
te 's-Hertogenbosch werd op 29 April 1910 te Breda eene voor
dracht gehouden met lichtbeelden over „Hygiëne der Boterbereiding".
De commissie droeg zorg voor doelmatige publiceering en uit-
noodigingen.
6. De Directeur van den keuringsdienst te Breda werd door
de commissie in kennis gesteld met een schrijven van den Heer
Hoofdinspecteur betreffende vervalsching van oliën en margarine
door middel van minerale olie of weeke paraffine.
7. In behandeling werd genomen een schrijven van den Inspec
teur Dr. Romijn over bedreiging der volksgezondheid door
methyl-alcohol.
Na ernstige overweging door elk der leden voor zich en na
bespreking in eene vergadering op 3 Augustus 1910, werd aan
de gezondheidscommissie te Ginneken verzonden een schrijven
van den navolgenden inhoud
8. Melk. Van de gezondheidscommissie, wier zetel is Ginneken,
werd een schrijven ontvangen inhoudende het verzoek de „melk-
kwestie in studie te nemen en mededeeling te doen van uit
gedachte maatregelen ter verbetering."