3
Bijlage J.
werden op het laboratorium onderzocht. Het onderzoek der ver
schillende voedingsmiddelen strekte zich niet verder uit dan tot
de bepalingen, welke op het oogenblik voor de beoordeeling
wenschelijk werden geacht.
Waar zulks noodig bleek, werden de betrokken leveranciers
door kennisgevingen, waarschuwingen of per brief met afwijkingen
in de samenstelling hunner voedingsmiddelen onmiddellijk na het
onderzoek in kennis gesteld.
Elk kwartaal werd na voorafgaande publicatie in een stedelijk
blad voor belanghebbenden ten gemeentehuize zitting gehouden.
Leveranciers, bij wie afwijkingen in welken vorm ook werden
aangetroffen, werden op de meergemelde zitdagen ten gemeente
huize voor eene bespreking uitgenoodigd. Meerendeels werd aan
deze uitnoodigingen gevolg gegeven.
Herhaaldelijk werd proces-verbaal opgemaakt wegens het ten
verkoop stellen van melk van ondeugdelijke samenstelling. Aan
elk proces-verbaal gingen de noodige waarschuwingen vooraf.
Chemische, microscopische en bacteriologische
onderzoekingen.
In het geheel werden in het jaar 1910 door middel van
chemikaliën en instrumenten in meer of minder uitgebreiden vorm
onderzocht 1086 monsters van voedingsmiddelen en gebruiks
artikelen.
Onderzocht werden van VOEDINGSMIDDELENmelksoorten,
meelsoortenbroodsoorten, beschuit, puddingpoeders, cacaopoeders,
suiker, kaneel, kruidnagelen, peper, muskaatnoot, saffraan, thee,
koffie, gedroogde vruchten, blikgroenten, snoepgoed, worstsoorten,
garnalen, sardijnen in blik, reuzel, margarine, kaas, roomijs,
limonade, kunstmineraalwater, bessensap, olijfolie, raapolie, azijn,
jenever, bier en drinkwater van GEBRUIKSARTIKELEN me
taal en caoutchoucwaren. Tevens werd van verschillende leveranciers
het behangselpapier op arsenicum onderzocht. Op verzoek van de
politie en enkele particulieren werden nog diverse artikelen
onderzocht t. w. cacaobonnen, bruine bonnen, kandijstroop, poets-
goed, conserveerzout en vet.