Bijlage J.
20
liter per dag worden geraamd. Neemt men dit verbruik in aan
merking, dan is de hoeveelheid vet in de melk aan consumenten
in 1910 meer geleverd reeds niet onbelangrijk te noemen. Een
gunstig teek en is bovenal, dat dit jaar door melkslijters bij melk
inrichtingen opvallend groote hoeveelheden melk werden bijge-
kocht.
Met dit al is de toestand echter nog verre van schitterend
te noemen, doch waar de knoeierijen in den melkhandel zoo
diep waren ingeworteld als in Breda het geval bleek te zijn,
kon tot heden een grootere vooruitgang nauwelijks worden ver
wacht. Als bewijs hoezeer de melkvervalsching gewoonte was
geworden, moge wel de onnoozele vraag gelden, welke bij ge
legenheid eener zitting zelfs dit jaar door melkslijtsters nog werd
gesteld, namelijk „of dan werkelijk aan de melk geheel en al
geen water mocht worden toegevoegd."
De verdunning met water kon voor het grootste deel worden
bestreden en de veroordeelingen zijn niet zonder uitwerking ge
bleven. Vele knoeiers hebben de melknering opgegeven of blijven
met hunne vervalschte melk buiten de gemeente. Geen proces
verbaal werd tot heden opgemaakt zonder dat vooraf door een uit
gebreid laboratorium-onderzoek watertoevoeging was bevestigd. In
twijfelachtige gevallen werden herhaaldelijk stalmonsters genomen
het onderzoek daarvan bracht in vele gevallen onschuld aan het
licht. Behoudens in enkele gevallen, waar de zuurgraad te hoog
was, bleef deze beneden 8, het katalase-cijfer steeds beneden 2.6.
Alle leveranciers van melk van ondeugdelijke samenstelling werden
gewaarschuwd en bij gelegenheid der besprekingen ten gemeente
huize werd bij hen op verbetering aangedrongen.
De grootste moeilijkheid levert het toezicht op, waar het geldt
melk te weren met een te laag vetgehalte bij normaal soortelijk
gewicht en normale vetvrije droogrest. Om voor melk van derge
lijke samenstelling afdoende bewijzen van vervalsching, in casu
ontrooming of toevoeging van afgeroomde melk bij te brengen,
is onvoorwaardelijk het onderzoek van stalmonsters geboden. In
de gemeente zelf levert het nemen van stalmonsters geen be
zwaar op, en het zal verder de taak van den keuringsdienst