Bijlage J. 30 monster werd uitgebreid; de vervloeiende bacteriën waren zeer waarschijnlijk alle van dezelfde soort, sporen vormend, en ver droegen eene verhitting van 70° gedurende 40 minuten zonder af te sterven. Er bestond dus ook hier geen aanleiding om op de kwaliteit van deze gepasteuriseerde melk (no. 4) aanmerking te maken. Na voorafgaande proeven omtrent den invloed van tempera- tuursverhooging en pasteurisatie op de grootte van het sediment, werd ook de proef van Trommsdorff uitgovoerd. Het komt mij voor, dat voor gepasteuriseerde melk het onderzoek volgens Trommsdorff van minder waarde is dan de bepaling van den aard van de aanwezige bacteriën. Monster no. 5 was afkomstig van Th. de Vries, Veemarktstraat 36. Van 3 monsters roomijs werd tevens het aantal bacteriën per cc. bepaald, en nader onderzocht of coliachtige bacteriën aan wezig waren. Ook werd nagegaan of men voor de bereiding wellicht was uitgegaan van een gepasteuriseerde grondstof. Dit laatste is allicht van meer belang, dan eene berekening van het vermoedelijke vetgehalte der melk, welke voor de bereiding zou zijn gebruikt. Er bleek, le. dat het aantal bacteriën per cc. in alle drie monsters hoog was (tusschen 50 en 120 duizend), 2e. dat geen coliachtige bacteriën waren aan te toonen, en 3e. dat er voor de bereiding van het roomijs (monster no. 5) vermoedelijk gebruik was gemaakt van gepasteuriseerd, voor de bereiding van het roomijs (monster no. 7) van niet gepasteuriseerd materiaal. Er bestond geen reden om dit roomijs voor de consumptie af te keuren. Eenig gevaar in het gebruik van deze lekkernij is niet uitgesloten, indien geen zekerheid van een zindelijke en zorgvuldige bereiding kan worden verkregen. Roomijs. Van 7 verschillende leveranciers werd het roomijs onderzocht. In geen van deze monsters kon boorzuur of saccharine worden aangetoond. Witte Brood.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1910 | | pagina 326