Bijlage J. 54 door de Keurmeesters-Monsternemers bezocht. Op 2 Mei en 10 November 1910 had winkelinspectie plaats in tegenwoordigheid van den Scheikundige van den dienst. Waar dit wenschelijk bleek, werd steeds op onzindelijkheid gewezen en op verbetering aangedrongen. Na gebleken onwillig heid werd van enkele gevallen van verregaande onzindelijkheid proces-verbaal opgemaakt. Op het voorhanden zijn der verorde ning werd steeds gelet. De door de Keurmeesters verrichtte keuringen naar het oog, den reuk en den smaak bepaalden zich tot de artikelen, die voor een zoogen, organoleptische keuring in aanmerking komen. In het belang der openbare gezondheid werden dit jaar ver nietigd partijen havermout, cacaopoeder, gedroogde appelen, ge droogde pruimen, gedroogde peren, rozijnen, krenten, citroenen, druiven, ingemaakte zuurkool, kaas, snoepgoed, worst, paarden- vleesch en gerookte bokkingen. Binnen bepaalden tijd werd op ruiming verlangd van partijen azijn, boekweit, puddingpoeder en gedroogde appelen. Volgens rapport van den Keurmeester werden vanaf de in stelling van den Keuringsdienst alle winkels minstens éénmaal bezocht, vele winkels meermalen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1910 | | pagina 350