VERSLAG van de werkzaamheden der Naaml. Vennoot schap „Volkshuisvesting Breda", uitgebracht op de aigemeene vergadering van aandeelhouders op Zaterdag 29 April 1911, over het boekjaar 1910 Ingevolge al. 8 art. 22 der statuten heeft het bestuur de eer U hierbij aan te bieden het verslag der werkzaamheden over het boekjaar 1910. In de aigemeene vergadering van aandeelhouders in April 1910 werden van het college van commissarissen en van het bestuur de aftredende leden herkozen, te weten voor de Com missarissen de heer J. IngenHousz-Boots en voor het Bestuur de heer H. W. Venker. In het afgeloopen jaar had, noch in het college van Commis sarissen, noch in het Bestuur verandering plaats. In het afgeloopen jaar werd het dividend bepaald op 2" over het boekjaar 1909, werd de bouw der 71 woningen voltooid en het geheel in September 1910 opgeleverd. Het werk was echter zóó geregeld, dat successievelijk een gedeelte ter bewoning gereed kwam, zoodat reeds in Mei enkele huizen betrokken werden, tot ten slotte alle bewoond werden, uitgezonderd de 7 beneden-woningen, waarvan het verhuren minder vlotte; deze woningen toch hadden minder ruimte en kleiner tuin, doch de huur was gesteld op f 1.80 per week omdat de stand daar goed was, en om daarin, met het oog op de bovenwoningen, een betere categorie van bewoners te krijgen. Daar die woningen, althans voor dezen prijs, niet te verhuren zijn, vroeg het bestuur aan het college van Commissarissen toestemming, en verkreeg die ook, om, in afwachting van gunstiger omstandigheden, de huur op f 1.60 per week te brengen, waarvoor zij thans ver huurd zijn. Zooals aan het slot van het in 't vorig jaar uitgebracht verslag werd medegedeeld, zou bij het bewonen der huizen het oogenblik aanbreken, waarop eene woningopzichteres in functie zou treden. BIJLAGE L

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1910 | | pagina 353