11 Voor de stoomketels werden in den loop van het jaar aange voerd 30 tons kolen en 10 300 H.L. cokesgruis. Den 30 April overleed na een betrekkelijk kort ziekbed de directeur P. W. Paijens, die in deze functie werkzaam was ge weest sedert de oprichting der waterleiding. Onder zijn directie steeg het aantal aangesloten perceelen tot 5800. Vele werken zoowel in de prise d'eau als aan het buizennet kwamen onder zijn leiding tot stand. In de ontstane vacature werd nog niet voorzien. De tijdelijke eerste klerk M. W. Gijlswijk, werd door Uw college met ingang van 1 Februari definitief benoemd. Verder werd benoemd tot opzichter J. L. Lütjeharms, opzichter aan de gemeente-gasfabriek en -waterleiding te Sneek, met ingang van 15 Maart. De tweede klerk L. A. Smeur ging op 1 Augustus in vasten dienst over. Genoemde ambtenaren zijn tevens in dienst der gasfabriek. Aan den arbeider H. van Dorst werd ingevolge art. 11 en 11a van de op 21 Mei 1904 door den gemeenteraad vastgestelde verordening op het pensionneeren van gemeentewerklieden een pensioen uitgekeerd van f 150, Volgens het financiëel overzicht bedraagt de over 1910 ge maakte winst f 14 582,50. De waarnemend directeur der waterleiding, J. LATER, adjunct-directeur. BIJLAGE M. Machinekolen en cokesgruis. Personeel. Financiëel resultaat. Breda, Februari 1911.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1910 | | pagina 369