Bijlage N.
H. F. J. Kessels, brandmeester bij de reddingsbrigade
P. A. Maas,
De Opperbrandmeester, de adjnnct-opperbrandmeester en de brand
meesters zijn, behalve de politie-brandmeester, die commies ter
secretarie en secretaris der brandweer is, allen patroons in de
bouwbedrijven.
Het college hield in 1910 2 vergaderingen, die ook werden
bijgewoond door de heeren adviseerende leden. Uit het verhandelde
ontsproten eenige verbeteringen in de organisatie en het materieel,
die direct zijn aangebracht.
De verstandhouding tusschen de leden blijft uitstekend en doet
het beste verwachten voor eene voortdurende prettige en degelijke
samenwerking.
B. Personeel.
Het personeel der brandweer telde op 31 December 1910
1 opperbrandmeester,
1 adjnnct-opperbrandmeester,
17 brandmeesters,
101 brandgasten, zijnde 20 in kringen 1, 2, 3 en 4, 14 in
kring 5 en 10 bij de reddingsbrigade,
1 opzichter van het materieel,
1 bode,
125 personen, benevens hoofdagenten en agenten van politie
en werklieden der gasfabriek en waterleiding voor de bediening
van afzonderlijke slangenwagens.
10 der voormelde brandgasten zijn door den opperbrandmeester
aangewezen als brandwacht, 18 zijn pijpleider en 25 wekker.
De brandwachten bezitten een uniformjas, met helm en bijl;
de pijpleiders dragen een helm en de brandgasten zijn voorzien
van eene koperen armplaat. De wenschelijkheid is echter betoogd
om al de brandgasten te voorzien van eene uniformpet, teneinde
bij brand meer toezicht over hen te hebben en vreemde hulp beter
te kunnen weren.
In 1910 is aan 12 brandgasten eervol ontslag verleend en de
vacatures werden zoo spoedig mogelijk aangevuld.
2