7 Het aantal inrichtingen bleef onveranderd en gezamenlijk voorzagen zij in de behoefte aan onderricht voor die kinderen, wier ouders aan het daar gegeven onderwijs de voorkeur schenken. Het aantal kinderen, dat in deze gemeente de elf inrichtingen voor bijzonder onderwijs bezoekt, bedraagt bijna het 3/5 deel der geheele schoolgaande jeugd. Deze leerlingen waren over de volgende elf scholen verdeeld. I. Eene school van de maatschappij tot Nut van 't Algemeen, hoofd de heer Borren. In de laagste 2 klassen gemengd, wordt deze school een jongensschool met in 't geheel een leertijd van 9 jaren. Zij leidt de leerlingen op voor gymnasium, hoogere burger school en cadettenschool. II. Eene roomsch-katholieke bijzondere school voor jongens onder bestuur van den heer Pas, die zijne leerlingen opleidt voor gymnasium en hoogere burgerschool, en hen, door het volgen van eene hoogere klasse, ook in staat stelt zich de akte lager onderwijs te verwerven. III. Eene bijzondere school voor protestanten, hoofd de heer Slotboom. Ook van deze school slaagde reeds menig leerling voor gym nasium of hoogere burgerschool, terwijl eene hoogere klasse, die eraan verbonden is, hen, die deze afdeeling met vrucht gevolgd hebben, in staat stelt toelatings-examen te doen voor de 3de klasse der hoogere burgerschool. IV. Eene meisjesschool van de maatschappij tot Nut van 't Algemeen onder bestuur van mejuffrouw Wijchers. De vrouwelijke leerlingen, die de laagste 2 klassen van den heer Borren hebben doorloopen, bezoeken deze inrichting, die ook voorbereidt voor het toelatings-examen van gymnasium en hoogere burgerschool. V. Eene meisjesschool der geestelijke zusters van het genoot schap voor opvoeding en onderwijs, gevestigd te Roosendaal. Behalve gewoon lager onderwijs wordt er ook meer uitgebreid lager onderwijs verstrekt en vindt men er naast eene normaal- ook eene bewaarschool. BIJLAGE Q

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1910 | | pagina 455