4 Het hoofd eener bijzondere jongensschool noemt een 3 tal permanente verzuimers, die op eene fabriek werken of als loop jongen in dienst zijn. Van één hunner, die nog tot 1 Mei 1911 leerplichtig is, wordt gezegd, dat de jongen sedert Januari 1910 de school niet meer bezoekt. Hij was met Kerstmis 1909 12 jaar geworden, er werd eene werkkaart aangevraagd en de jongen ging naar de fabriek. Hij heeft nu al 4 of 5 veroordeelingen gehad, maar de ver diensten schijnen de boeten te overtreffen. Een ander hoofd eener bijzondere school noemt een tiental leerlingen, waarvan enkelen in 't geheel niet naar school komen, ofschoon zij nog steeds leerplichtig zijn, terwijl van de anderen de verzuimen variëeren tusschen de 150 en 200 schooltijden. Het hoofd eener openbare school zegt, dat hij geen van beide leerlingen, die in 1909 ambtshalve werden ingeschreven, ooitin school gezien heeft, ofschoon ze tot 1 Februari 1911 leerplichtig bleven. Verder noemt hij nog een drietal leerlingen, die allen nagenoeg een jaar te vroeg de school voor goed verlaten hebben. Een ander hoofd eener openbare school begint met de mede- deeling, dat volgens zijne ondervinding de resultaten van de werking der leerplichtwet in deze gemeente zeer bedroevend moeten genoemd worden. Zeer vaak komt het voor, dat leer lingen voor goed van school genomen worden, nog zeer lang vóór ze aan den leerplicht voldaan hebben, terwijl het aantal dergenen, die een of twee maanden te vroeg de school verlaten, legio is. Daarna volgen eenige sprekende voorbeelden, te uitvoerig om alle in dit verslag te worden vermeld, doch waarvan enkele wel aan de vergetelheid dienen te worden ontrukt. Zoo verhaalt dit hoofd, dat hij de ambtelijk ingeschreven leerlingen nooit op zijne school gezien heeft. Verder verhaalt hij van een jongen, die van October 1908 de school niet meer bezocht en dus al ongeveer twee en een half jaar aan één stuk verzuimd heeft. De jongen gaat geregeld met zijne moeder bedelen, zoodat er natuurlijk niet veel meer dan een landlooper of iets dergelijks uit hem groeien kan. BIJLAGE R.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1910 | | pagina 461