Bijlage S.
VERSLAG over den toestand van het middelbaar onder
wijs in de gemeente Breda gedurende het jaar 1910.
Het getal der scholen voor middelbaar onderwijs bleef in 1910
onveranderd, te weten:
A. De hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus
B. De burgeravondschool met vierjarigen cursus en
C. De gemeenteteekenschool met zesjarigen cursus.
De commissie vergaderde onder meer voor de vaststelling van
het jaarverslag, de programma's der scholen, den uitslag van
overgangs- en toelatingsexamens der hoogere burgerschool, de
herbenoeming van een der leden van de commissie, de benoeming
van een tijdelijk leeraar, de herbenoeming van leeraren en eindelijk
naar aanleiding van verschilllende ingekomen stukken en huis
houdelijke zaken, de drie scholen betreffende.
De samenstelling van de commissie onderging geen verandering
het aftredend lid, de heer G. A. M. Groeneveldt, werd in de
gemeenteraadszitting van 22 December 1910 herkozen, terwijl
de secretaris, jhr. mr. G. Six, door zijne medeleden bij den aan
vang van het jaar als zoodanig werd herbenoemd.
Einde December bestond de commissie dus uit de heeren
Mr. E. P. van Lanschot, burgemeester, voorzitter (aftreding
in 1913);
G. A. M. Groeneveldt (aftreding in 1915);
A. J. A. Yerschraage (aftreding in 1912);
H. J. A. Feber (aftreding in 1911) en
Jhr. mr. G. Six, secretaris (aftreding in 1914).
Ie. Het personeel der hoogere burgerschool onderging dit
jaar geen verandering. De beide tijdelijke leeraren, de heeren
Dr. J. H. H. Houben en D. J. van Enst, werden in de raads
zitting van den 23sten Juli als zoodanig herbenoemd voor het
A. Hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus.