Bijlage S.
2
cursusjaar 19101911 (respectievelijk voor Nederlandsch en
geschiedenis, en voor Hoogduitsch).
Het personeel der hoogere burgerschool bestond dus op 31 De
cember 1910 uit de heeren
B. W. Mondt, civiel-ingenieur, directeur en leeraar in de wis
kunde, de werktuigkunde en het rechtlijnig teekenen
C. B. Barto, werktuigkundig-ingenieur, leeraar in de wiskunde,
de werktuigkunde en het rechtlijnig teekenen
A. van Herk, leeraar in de wiskunde en het boekhouden
A. J. Klein Swormink, leeraar in de wiskunde
Dr. P. G. Tiddens, leeraar in de natuurkunde en de cosmographie;
Dr. J. E. van den Arend, leeraar in de scheikunde
Dr. J. E. Couvée, leeraar in de natuurlijke historie, de natuur
kunde en de cosmographie
J. de Jong Az., leeraar in de geschiedenis en de staatsweten
schappen
H. A. Rij kens, leeraar in de aardrijkskunde en het boekhouden
J. M. Acket, leeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde
Dr. J. H. H. Houben, leeraar in de Nederlandsche taal en
geschiedenis
C. Goedeljée en E. E. Hartmann, leeraren in de Fransche taal
en letterkunde
G. M. van Riemsdijk, leeraar in de Engelsche taal en letterkunde
B. E. Bouwman, leeraar in de Hoogduitsche taal en letterkunde;
D. J. van Enst, leeraar in de Hoogduitsche taal;
J. N. Tj. Buining, leeraar in het handteekenen, en
Th. M. F. M. Siegmund, leeraar in de gymnastiek.
Nog waren aan de school verbonden
H. J. Thillier, als amanuensis voor natuurkunde, scheikunde
en natuurlijke historie, en C. A. Vos, als concierge.
2e. Het programma der school bleef bijna onveranderdhet
aantal lesuren der vijfde klasse werd met een uur gymnastiek ver
meerderd, zoodat thans in alle klassen gymnastiekonderwijs ge
geven wordt aan de mannelijke leerlingen. Deze aanvulling van
het op 24 Mei 1910 vastgestelde programma was gewenscht,