onzer leden als maandcommissaris fungeeren, waaraan zij den eersten van iedere maand door den directeur worden herinnerd. Zoo blijven zij op de hoogte van alles wat met het onderwijs in betrekking staat en brengen zoo noodig iedere maandver gadering verslag van hunne bevinding uit. Gelijk gezegd, kwam in het onderwijzend personeel geene ver andering. Het is ons wederom aangenaam met een woord van lof over hunnen ijver en toewijding te gewagen. Van sommigen kan getuigd, dat zij zich bijzonder van hunne vaak moeielijke taak hebben gekweten. Ook dit jaar verkregen wij van heeren B. en W. machtiging om aan den heer Plasman, hoofd van het theoretisch vakonderwijs, een assistent voor de lagere klassen toe te voegen en belastten daarmede weder den heer L. A. M. Slechtriem, werkzaam aan de le openbare school. Het personeel bestond op 31 Dec. j.l. uit de heeren J. J. Harte, directeur. J. N. Tj. Buining, leeraar in het handteekenen. W. Mulder, idem. J. van Zijp, idem. W. W. Plasman, hoofdonderwijzer. L. A. M. Slechtriem, hulponderwijzer. M. A. Raats, plaatsv. directeur en onderwijzer in het lijn en projectieteekenen. L. A. van Dijk, id. id. J. W. Kannemans, id. in ijzerconstructie. L. C. van der Pol, le onderwijzer in het timmeren. J. M. Smeekens, 2e J. B. Snelders, onderwijzer in het vuur- en bankwerken. G. M. den Blinde, onderwijzer in het machine bankwerken. H. A. G. Vrensen. schilderen. M. Bakx, meubelmaken. A. Brouwers, metaaldraaien. BIJLAGE T 2 Leeraren en onderwijzers.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1910 | | pagina 506