VERSLAG omtrent den toestand der algemeene zang
en muziekschool te Breda over het jaar 1910.
Gedurende het jaar 1910 bedroeg het gemiddeld aantal leer
lingen 90, waaronder 62, die het onderwijs geheel gratis ontvingen.
Zij waren verdeeld als volgt
Zang 8 vol-betalenden, 2 ged. bet., 62 gratis 72
Piano6 8 9
Strijkinstrumenten6 3 9
Totaal 90
Vergeleken bij het vorige jaar, wijzen deze cijfers op een
achteruitgang in het aantal leerlingen van niet minder dan 7-9,
alle betalenden.
Waar echter over den len termijn van het jaar 1911 konden
worden geboekt 40 betalende en 63 niet-betalende leerlingen,
mag met eenige voldoening worden gewezen op deze toename,
die ongetwijfeld het gevolg is van het uitstekend onderwijs, dat
tegenwoordig aan de school wordt gegeven en de voortreffelijke
leiding van den directeur.
Deze en het leeraarspersoneel vervullen nauwgezet en met
toewijding hunne taak en het is het ernstig streven van het
bestuur om de school haren goeden naam van weleer te doen
herwinnen en haar terug te brengen tot haren vroegeren bloei.
Waar niettemin een tijdelijke achteruitgang als gevolg van
vroegere, nadeelig inwerkende omstandigheden, niet kan worden
ontkend, is als gevolg daarvan ook het evenwicht verbroken
tusschen de ontvangsten en uitgaven.
De rekening van den penningmeester, in afschrift hierbij over
gelegd, wijst over dit dienstjaar een tekort aan van f 746,745.
Om in dit tekort te voorzien, heeft het bestuur gemeend zich
te moeten wenden tot den gemeenteraad, in het volle vertrouwen,
dat dit edelachtbaar college zijn steun niet zal onthouden aan
BIJLAGE V.