JAARVERSLAG van de vereeniging „Stedelijk museum voor geschiedenis en oudheidkunde te Breda" over het jaar 1910. Het afgeloopen jaar, het zevende vanaf de oprichting, zal voor altijd als met gulden letteren geschreven worden in de geschiedenis van onze vereeniging, daar in de eerste maanden van dit jaar de overplaatsing van onze verzamelingen in de nieuw ingerichte lokalen boven het politiebureau in de Veemarktstraat kon plaats hebben. De openstelling voor leden en genoodigden en daarna voor het publiek had op eenigszins feestelijke wijze plaats op den 30 April, den eersten verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana. Op uitnoodiging van het bestuur bracht onze geachte burge meester, de weled.achtb. heer mr. E. P. van Lanschot, een welkomstgroet aan de talrijke aanwezigen, waaronder vele raads leden, gemeente-ambtenaren en andere notabele heeren en dames en wees er op, dat thans een sedert lang gekoesterde wensch van het bestuur tot betere plaatsing der voorwerpen in ver vulling is gekomen. Hier worden wel niet gevonden de meester werken op het gebied van kunst, die 's rijks museum of het Mauritshuis sieren, doch dit ligt ook niet in de bedoeling en zou zeker onbereikbaar zijn, maar toch vindt men hier menig aan trekkelijk voorwerp, dat althans een deel der rijke geschiedenis van stad en lande van Breda in herinnering brengt en het ver- ledene in onzen geest terug roept. Spreker dankt de bestuursleden voor de vele moeite, die zij zich voor de betere plaatsing, rangschikking en verzorging getroost hebben en eindigt zijne voortreffelijke rede met zijne beste wenschen voor de verdere ontwikkeling van het museum en eene aanbeveling in de voortdurende belangstelling van het publiek, daarbij de verwachting uitsprekende dat velen zich ge roepen zullen achten om historisch belangrijke voorwerpen, die BIJLAGE W

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1910 | | pagina 525