3 BIJLAGE W.
Intocht van prins Willem IV te Breda in 1737, van den heer
F. H. M. Ouwerling te Baardwijk.
Terwijl door aankoop nog werden verkregen
Een schilderij „St. Chrispijn en St. Chrispinianus" van het
schoenmakers- en looiersgilde te Breda.
Een drietal noodmunten en een zilveren gedenkpenning van
de vredesonderhandelingen te Breda.
Verscheidene gravures van dorpen etc. uit de omgeving van
Breda en eene gravure van de inneming van Breda in 1793.
Bovendien werden onze collectiën platen, prenten, munten en
boeken door menig stuk aangevuld en ons daartoe door belang
stellenden geschonken.
Dat tengevolge van dit alles de belangstelling in en het bezoek
aan het museum in hooge mate zijn toegenomen, is onmiskenbaar.
Vanaf de hernieuwde openstelling op 30 April viel op de
Zaterdagmiddagen meestal een zeer druk bezoek te constateeren
en op de eerste Zondagen van iedere maand klom het aantal
bezoekers menigmaal tot over de 1000 personen.
In ledental zijn wij evenwel dit jaar niet vooruitgegaanzelfs
verloren wij een lid door bedanken en een door overlijden.
Ons bestuur werd met een lid uitgebreid, door de benoeming
van den heer Gerard van der Heijden ook de heer van Keppel
liet zich zijne herbenoeming gaarne welgevallen.
Volgens de rekening van den penningmeester verkeeren de
financiën, tengevolge van de vele kosten aan de overplaatsing
en nieuwe inrichting verbonden, in minder gunstigen toestand.
Bij een batig saldo van 1909 adf 45,13
werd aan contributiën ontvangen-77,50
totaal dus f 122,63
waartegen echter aan uitgaven- 171165
zoodat een nadeelig saldo vanf48,535
benevens nog enkele loopende rekeningen uit de ontvangsten
van 1911 moeten worden gedekt.