22 Op de tijdstippen, voorgeschreven bij artikel 54 van de in den aanhef van dit verslag vermelde verordening, heeft de op neming der boeken en kas van den rentmeester plaats gehad, waarbij steeds alles in orde werd bevonden. De tot onze admininistratie behoorende gebouwen verkeeren in goeden staat. Buitengewone herstellingen hebbende het afgeloopen jaar niet plaats gehad. Het gewone onderhoud eischte eene uitgaaf van f 99,72, terwijl voor waterverbruik door de bewoners f 75,80 is uitgegeven. Laatstvermelde uitgaaf wordt feitelijk door de bewoners gedragen, wijl bij de aansluiting aan de gemeentelijke waterleiding de huur der woningen is verhoogd. Het vermelde in dit verslag en de daarin voorkomende cijfers geven reeds een duidelijk beeld van den omvang van het arm wezen in deze gemeente, alsook van de uitgaven die meer dan noodig zijn geweest tot leniging van armoede en lijden. Het afgeloopen jaar is vrijwel gelijk aan het daaraan vooraf gegane, en levert slechts kleine verschillen op alsverpleging in ziekeninrichtingen, verloskundige hulp en uitgaven ten behoeve van doorreizende behoeftigen eischten te zamen eene meerdere uitgaaf van bijna f 300,Dit wat de in het eerste gedeelte van dit verslag vermelde gemeentelijke armenverzorging betreft. De kosten der gewone armenzorg waren vrijwel gelijk aan die van 1909; aan bedeeling in geld werd wat meer, aan brood, kleeding, ligging en dekkingstukken en kostgelden van bestede lingen, daarentegen wat minder uitgegeven. Niettegenstaande dat, is het ons toch niet aangenaam te moeten vermelden, dat het afgeloopen jaar, zooals later blijken zal uit de uwen raad BIJLAGE X. Opneming der boeken en kas van den rentmeester Staat en onderhoud der geboxiwen. Toestand der administratie in verband met den toestand van het armwezen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1910 | | pagina 555