23 in te dienen rekening, en verantwoording onzer administratie, zal sluiten met een nadeelig saldo van f 75,77. (Zie slot „Beloop der ontvangsten en uitgaven onzer administratie" hiervoor in dit verslag). De oorzaak hiervan is: de jaren 1909 en 1910 waren, zooals uit het bovenstaande blijkt, vrijwel aan eik-aar gelijk, en beide in vergelijking met 1908 ongunstig te noemen. Nu sloot het jaar 1908 met een voordeelig saldo van f 485,45 en het jaar 1909 met een dergelijk saldo van f 121,66, dus een verschil van f 363,79. Bovendien ging aan woninghuur door verandering van bewoners een bedrag van f 47,50 verloren en werd aan collecten aan de huizen en giften in de huwelijks bus te zamen een bedrag van f 65,95 minder ontvangen. Om evenwel met een zoo klein mogelijk nadeelig saldo te sluiten waren wij genoodzaakt enkele noodige zaken achterwege te laten bijvoorbeeld het buitenverf werk der tot onze admini stratie behoorende gebouwen, die daaraan groote behoefte hebben. Wij hopen dat het ingetreden jaar gunstiger mag wezen om daardoor uit den neteligen toestand van een nadeelig saldo te geraken iets wat wij hoe gaarne wij zulks ook verlangen betwijfelen. De kostgelden van bestedelingen zijn tengevolge de stijgende prijzen der levensmiddelen en andere zaken verhoogdvan som mige zelfs met 25 °/0, zooals te Roermond, waar wij 2 jongens onder dak hebben moeten brengen, die men te Breda en in andere gestichten weigerde voor deze twee jongens bedragen de bestedingskosten thans te zamen f 300,per jaar. In het Vincentiusgesticht alhier, waar wij na 31 December 1910 geen kinderen meer in besteding hebben, zijn de bestedingskosten met hetzelfde °/0 verhoogd. Bovendien wordt in dit gesticht bij op neming nog een bedrag van f 30,gevorderd voor eerste uitrusting. Het gesticht te Huijbergen waar men de kinderen slechts kan laten tot hoogstens hun 12e of 13e levensjaar was men nog hooger in zijne eischenhet bracht de bestedingskosten voor ieder kind van f 54,op f 75,- per jaar, dus eene verhooging van bijna 39 °/0. BIJLAGE X.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1910 | | pagina 556