24 Het r. k. gasthuis alhier, waar het grootste deel onzer beste delingen onder dak is gebracht, was niet zooveel eischend. Voor hen, die daar reeds besteed waren, bleef de oude prijs van kracht, zijnde voor een man f 80,en voor een vrouw f 70, per jaar, voor de nieuwere werd de bestedingsprijs gebracht opvolgend op f 90,en f 80,—, dus eene verhooging van 12' en ruim 14 °/0. Bovendien zullen wij, ter voldoening aan de plaatselijke ver ordening, waarbij bepaald is, dat het zoogenaamde tonnenstelsel moet verdwijnen, genoodzaakt zijn over te gaan tot het bouwen van een put, ten dienste der bewoners van de tot onze admi nistratie behoorende woningen, gelegen aan de Molenstraat en Oude Vest, welk werk, met bijlevering van materialen, als bui zen, enz. en andere bijkomende werken, volgens gemaakte begrooting, eene uitgaaf zal eischen van minstens f 800, Dat vooral laatstgenoemde uitgaaf de krachten onzer fondsen te boven gaat, zal wel geen nadere toelichting behoevenen spreken wij dan ook den wensch uit, dat onze administratie ten deze op de een of andere wijze door de gemeente worde bijgestaan. Met het volste vertrouwen hopen wij dat onze stem niet die „eens roepende in de woestijn" zal zijn, daar wij met onze schaarsche middelen en de ons tot heden toegekende subsidie van de gemeente de zuinigheid, zooveel in ons vermogen is, betrachten. In onze jaarverslagen der laatste jaren maakten wij steeds melding van twee buitengewone bedeelingen en welvan eene, die daags vóór Paschen werd gehouden van de interesten der daartoe vermaakte en geschonken kapitalen, en van eene andere, die sedert 1897 voor rekening van een weldoener, die onbekend wenscht te blijven, daags vóór Kerstmis plaats had. Beide bui tengewone bedeelingen vonden ook het afgeloopen jaar plaats op vorengenoemde tijdstippen. Opdat laatstgenoemde bedeeling eene blijvende zoude zijn, heeft de weldoener onze administratie een kapitaal geschonken aan effecten, groot f 6000,waarvan de jaarlijksche rente BIJLAGE X.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1910 | | pagina 557