3
J. J. Temminck, voorzitter.
J. Langenbach, secretaris-penningmeester.
H. C. Waals, deskundig lid.
J. P. M. Camman, direc.-rijks-tuinb.-leeraar.
De heer Waals was, ingevolge art. 6 van het reglement voor
den tuin, op 1 Maart aan de beurt voor aftreding, doch werd
op de algemeene vergadering van 26 Februari herkozen.
Op 1 Januari van het verslagjaar bestond het bestuur dezer
instelling uit de heeren
J. J. Temminck, voorzitter.
J. Langenbach,
A. Janssen, J
F. Maas, leden.
H. Ballintijn, i
J. Zeelen,
E. G. A. Taenzer, secretaris-penningmeester.
Ingevolge art. 6 van het reglement waren de heeren Maas,
Ballintijn, Zeelen en Taenzer aan de beurt voor aftredingop
de algemeene vergadering van 26 Februari werden de drie eerst
genoemde heeren herkozende heer Taenzer verklaarde zich
niet meer herkiesbaar te kunnen stellen. In diens plaats werd
gekozen de heer P. L. A. Collard, die, daartoe aangezocht, zich
bereid verklaarde de functie van secretaris-penningmeester te
aanvaarden.
Bij besluit der algemeene vergadering werd den heer Taenzer
dank betuigd voor de nauwgezette waarneming zijner functie in
de moeilijke jaren vanaf de oprichting der veiling en leedwezen
betuigd dat hij dezelve neerlegde.
Gedurende het bestaan der veiling had de praktijk reeds
duidelijk gewezen op de noodzakelijkheid van uitbreiding van
het veilingsbestuur, ten einde daardoor meer dan tot nog toe
voeling te krijgen met den tuindersstand in onze streek. Op
voorstel van het veilingsbestuur besloot de algemeene vergadering
BIJLAGE AA.
Producten-veiling.