VERSLAG van de kamer van koophandel en fabrieken te Breda, betreffende den toestand van handel en nijverheid in deze gemeente, over het jaar 1910. De kamer was samengesteld uit de heeren 1. J. B. M. Merkelbach van Enkhuizen, voorzitter, 2. H. J. P. Engelbregt, 3. J. J. M. van Pelt, 4. P. F. van den Biggelaar, 5. Jos. Verhagen, 6. J. M. Rosman, onder-voorzitter, 7. A. A. A. Meeuwesen, 8. G. C. C. Rueb, 9. Ch. M. J, J. Smits, F. J. C. Michielsen, secretaris. In den loop van het jaar werden de twee vacatures, welke onze kamer door de ontslagname van de heeren van den Brink en de Bont op 1 Januari 1910 bezat, aangevuld door de verkiezing van de heeren G. C. C. Rueb en Ch. M. J. J. Smits. De in dit jaar afgetreden leden de heeren J. M. Rosman, A. A. A. Meeuwesen, G. C. C. Rueb en Ch. M. J. J. Smits werden in de maand December allen herkozon. In de zitting van 5 Januari 1910 werden de heeren J. B. M. Merkelbach van Enkhuizen en J. M. Rosman respectievelijk herbenoemd tot voorzitter en onder-voorzitter. Behalve de gewone correspondentie werden in 1910 de na te noemen brieven verzonden. lo. Missive aan de tweede kamer der staten-generaal, tot steun van het verzoek door de kamer van koophandel en fabrie ken te Sneek gedaan, om vrijstelling en teruggaaf verleenen van den verhoogden acijns over de eerste 25 liters, van welke door handelaren aangifte is gedaan. af te treden in 1912. af te treden in 1914. BIJLAGE BB.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1910 | | pagina 583