I. Oud-archief.
Het oud-archief, waaronder gerekend worden alle stukken
en schrifturen van vóór het jaar 1813, staat onder toezicht van
den gemeente-archivaris, die met de verzorging daarvan is belast.
Van hetgeen door hem, met betrekking tot dit archief, in
1910 is verricht, is ingekomen een verslag, hetwelk hierachter
onder de bijlagen is opgenomen. (Zie bijlage A.)
II. Nieuw-archief.
Het nieuw-archief is, na de ingebruikneming der nieuwe kan
toren ten stadhuize, gesplitst. Alles wat zuiver de gemeente
administratie raakt, is overgebracht naar het lokaal, waar vroeger
het 1ste bureau der gemeente-secretarie gevestigd was. De
dagelijksche zorg daarvoor is opgedragen aan den adjunct-commies
ter secretarie, den heer S. J. van der Meulen.
Het ander gedeelte van het nieuw-archief, uitsluitend bestaande
uit gedrukte bescheiden, zooals couranten, handelingen van de
Staten-Generaal, provinciale en gemeente-verslagen enz., is over
gebracht naar een der lokalen, vroeger in gebruik bij het ste
delijk museum. Dit archief, bekend als boekerij, staat onder de
zorg van den commies ter secretarie, den heer G. M. J. Wagenaar.
III. Brandkluis.
De inhoud daarvan is in 1907 geïnventariseerd. Door indeeling
en nummering is de bruikbaarheid van den inventaris bevorderd.
73
F Archief en boekerij.