115 De commissie van toezicht op het lager onderwijs was op 31 December 1911 samengesteld uit de volgende heeren mr. P. M. J. E. Bloemarts, voorzitter. W. G. H. Rombouts H A. Sassen. W. H. L. Uges. A. J. A. Verschraage. E. J. M. de Bruijn. dr. G. J. Nijhuis, secretaris. Aan den heer Jhr. mr. G. Six werd op zijn verzoek bij raadsbe sluit van 24 Maart 1911 eervol ontslag verleend als lid der commissie, onder dankbetuiging voor de vele goede diensten door hem gedurende zijn langdurigen zittingstijd bewezen, en werd in diens plaats bij raadsbesluit van 22 April d.a.v. benoemd de heer W. H. L. Uges. In de plaats van den heer Jhr. mr. G. Six, die tevens het voorzitterschap der commissie bekleedde, werd door de commissie als haar voorzitter aangewezen de heer mr. P. M. J. E. Bloemarts. Met uitzondering van de meisjesschool, wordt onderwijs ge geven in de vrije en orde-oefeningen der gymnastiek sinds 2 September 1902. Vóór dien tijd werd steeds vrijstelling voor het doen geven van dat onderwijs verkregen. Bij besluit van gedeputeerde staten dezer provincie werd aan deze gemeente voor den tijd van vijf jaren, ingegaan 2 Sep tember 1907, ontheffing verleend van de verplichting tot het doen geven van onderwijs in het vak, vermeld in artikel 2, onder j der wet op het lager onderwijs, ten behoeve van de openbare meisjesschool. Deze zijn de volgende: 1. Eene school voor jongens en meisjes, vanwege het Commissie van. toezicht. Vrije en ordeoefeningen der gymnastiek. b. Bijzondere schoten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1911 | | pagina 124