Bijlage B.
9
NAMEN.
In welke betrek
king
gepensionneerd.
Uitgekeerd
bedrag.
Tijdstip
van ingang
van het
pensioen
Toelichtingen.
15
Joha. Weeda en
Pieter A. van Wensen
16 .T. J. van de Vijver
17
18
W. F. L. Buschkens
1. G. Sijpesteijn
19 B. Yernimmen
20 A. K. van Eekelen
21 Wa. B. de Graaf
J. Klaaijsen
J. de Leeuw
Z. van de Mars
C. de Jongh
26 J. G. Blaeser
Per transport
onderseheidenlij k
als weduwe en als
minderjarig kind
van den agent
van politie der
2e klasse van
E. van Wensen
agent van politie
2e klasse
commies ter se
cretarie
gemeente-apothe
ker en directeur
van het Sted.
ziekenhuis
agent van politie
2e klasse
idem der le klasse
als weduwe van
den concierge van
het gymnasium
J. W. Meurs
meesterknecht bij
de gemeente-rei
niging
agent van politie
le klasse
idem der 3e klasse
gemeente-bode en
concierge van
het gemeentehuis
hoofdcommies ter
secretarie
Transporteeren
f 36S0
359
242
4,96
70
720
1419
378
396
113
417
396
300
371
300
9092
50
69'
17 Oct. 1901
1 Oct. 1902
1 Aug. 1903
1 Juli 1904
1 Jan. 1905
1 Jan. 1905
18 Jan. 1905
1 Febr.1905
1 Jan. 1900
1 Oct. 1906
1 Nov. 1907
1 Jan. 1908
Den 23 April 1911 hield
de minderjarigheid van
het kind op. Genoemde
R. van Wensen was
binnen een jaar, na be
komen verwondingen
overleden. Het wedu
wen- en kinderpensioen
was verleend naar de
regelen der oude pen
sioenverordening. In het
onderhavige geval be
draagt het pensioen
van dat waarop de echt
genoot aanspraak jzou
hebben gehad onver
schillig of het aaneene
weduwe en minderjarige
weezen gezamenlijk of
afzonderlijk wordt ver
leend en gaat het aam
deel van hen, die ophou
den pensioengerechtigd
te zijn. over op de over
blijvende rechthebben
den.
overleden 3 Mei 1911.
overleden 14 Maart 1911.