27 voor zoover noodig uit te breken en daarna in loodrechten stand weder op te metselen. Hieraan is onmiddellijk gevolg gegeven. 2. Bij het sloopen van een woning aan de Haven dreigde een gedeelte van het naastgelegen pand in te storten. Op last van het bouw- en woningtoezicht werden onverwijld de noodige stutten en schoren aangebracht, waarna op aan schrijving van burgemeester en wethouders met de vereischte omzichtigheid een bouwvallige zijgevel werd afgebroken, die daarna loodrecht werd opgemetseld. 3. Naar aanleiding van het instorten van een schoorsteen van de woningen nrs. 6 t m 30 aan de Bouwerijstraat, waarbij geen persoonlijke ongelukken plaats hadden, werd «door het bouw- en woningtoezicht direct een grondig onderzoek ingesteld naar den toestand dier 13 woningen. Hierbij bleek, dat de schoorsteenen en de scheidingsmuren boven de zoldervloeren sterk naar één zijde overhelden en zeer bouwvallig waren, zoodat door burgemeester en wethouders.de eigenaresse schriftelijk werd gelast om direct tot afbraak der bouwvallige gedeelten over te gaan. Nadat kort daarop de woningen door de bewoners waren verlaten,, hebben de woningen eene algeheele verbetering on dergaan. Zeven maal werd na herhaalde waarschuwing proces-verbaal opgemaakt tegen overtreders der bouwverordening en wel éénmaal voor het bouwen van een houten loods zonder ver gunning van burgemeester en wethouders tweemaal voor het niet aanbrengen van stankafsluiters in privaatleidingen éénmaal voor het loozen van een privaat in het gemeente riool tweemaal voor het in gebruik nemen van woningen zonder vergunning van burgemeester en wethouders Bijlage C. Processen-verbaal.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1911 | | pagina 184