3
Bijlage?, E
15. Toepassing van art. 22 der woningwet.
Bij raadsbesluit van 11 November 1911 werden ingevolge
art. 18, 1ste lid, der woningwet, onbewoonbaar verklaard de
woningen aan den Beijerd nos. 38 en 38a.
De verdere in deze rubriek genoemde wetsartikelen vonden
in 1911 geene toepassing.
Onteigening had in 1911 niet plaats.
18. Raadsbesluiten ingevolge art. 27, lste lid der woningwet.
Toepassing van art. 27 2de en 3de lid.
19. Raadsbesluiten ingevolge art. 28, lste en 2de lid der
woningwet. Toepassing van art. 28, 3e lid.
Een plan van uitbreiding werd vastgesteld bij raadsbesluit
van 22 September 1906, goedgekeurd door gedeputeerde staten
bij besluit van 8 Januari 1907, G no. 49, terwijl in verband
hiermede een bouwverbod werd gevestigd op de in het uit
breidingsplan genoemde gronden, welke in de naaste toekomst
voor den aanleg van straten of pleinen bestemd zijn, bij raads
besluit van 7 Maart 1908, goedgekeurd door gedeputeerde staten
bij besluit van 1 September 1908, G no. 38.
Sindsdien zijn in deze besluiten geen verandering gebracht.
16. Idem van art. 25 der woningwet.
IV.
Onteigening.
17. Onteigening volgens art. 77 der Onteigeningswet, onder
scheiden naar gelang art. 77, lste, 2e, 3e of 4e lid is toegepast
met vermeldingof de onteigening geschiedde ten name der ge
meente of van vereenigingen, vennootschappen of stichtingen
krachtens raadsbesluit of krachtens koninklijk besluit.
V.
Uitbreiding van bebouwde kommen.