32
Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt, dat in de
monsters, voorkomende onder de nummers 4 en 5 veel
bacteriën voorkwamen, aan welk feit echter niet te veel
gewicht behoeft te worden gehecht. Van meer belang is,
dat in monster no. 3 de katalase vrij duidelijk aantoonbaar
was en de reactie van Schardinger positief uitviel. In alle
andere monsters waren de enzijmen afwezig, waardoor als
bewezen kon worden aangenomen, dat de melk in voldoende
mate aan verhitting was blootgesteld geweest. Eene ken
nisgeving werd gezonden voor no. 4, omdat de melk brok
kelig en zuur aankwam. De bacteriën uit deze melk
gekweekt waren na behoorlijke voorbereiding nog levens
vatbaar na verhitting gedurende 30 minuten op 70° C.
Aan dezen laatsten strengen eisch voldeed het monster
no. 5 niet, waarom ook in dit geval eene kennisgeving
werd verzonden. Chemisch voldeed de samenstelling aller
monsters aan de bekende eischen van deugdelijkheid.
'bloem werden bij verschillende winkeliers genomen. Met
het onderzoek hiervan werd in de eerste plaats beoogd na
te gaan of wellicht minerale stoffen waren bijgemengd.
Dergelijke bijmenging bleek echter uitgesloten, wijl toch na
verbranding in het ongunstigste geval 1.1 °/0 normale asch
achterbleef.
Voorts werd ter beoordeeling van de frischheid van het
meel de zuurgraad bepaald, die van alle monsters beneden
4 uitviel. Van één monster moest de zuurgraad als vrij
hoog (3.7) worden aangeteekend.
Het vochtgehalte van alle monsters bleek normaal; het
hoogste cijfer bedroeg 14.1 procent. In één monster tarwe
bloem werden levende mijten aangetroffenéén monster
boekweitemeel bleek vermengd met aardappelmeel. De be
trokken leveranciers werden met de waargenomen afwij
kingen in kennis gesteld en gewaarschuwd.
Bijlage J.
Meel- Dertien (13) monsters meel t.w. boekweitemeel en tarwe-
snnrfpn