Bijlage J 42 Uit bovenvermelde resultaten blijkt, dat het vochtgehalte op zich zelf niet te hoog kan worden genoemd. Een goede verhouding tusschen vocht, gewicht en verkoopprijs der brooden onderling bestaat echter niet, en de laatste kolom laat zien, dat de prijs van het kilogram brood (wa- tervrij) bij de bakkers onderling somtijds niet onbelangrijk verschilt. Om te dezen opzichte eenheid te verkrijgen stuit men vooralsnog in de praktijk op moeilijkheden. Een aan dringen op zoo mogelijk constant gewicht en vocht komt mij voorloopig het meest gewenscht voor. Het pencentage korst van het brood vermeld onder nos. 1, 2, 3, 5, 7, 8, 9, 10 en 11 is hooger dan de eisch (27°/0) van den Codex. Dit is ook het geval met het aschge- halte van het onder no. 14 vermelde brood. Aluin werd niet aangetroffen. De zuurgraad bleef beneden 2.5 en kon derhalve voor normaal doorgaan. Op het brood vermeld onder nos. 7 en 12 moest aanmer king worden gemaakt wegens verbrande korst. In het brood voorkomende onder no. 9 van de lijst werden meel- wormen aangetroffen. Het brood van de overige bakkers zag er in het algemeen goed uit. Pudding- Verschillende soorten puddingpoeder, bemonsterd bij ver poeder. schj]ien(je winkeliers, werden onderzocht op aschgehalte en de aanwezigheid van saccharine en dergelijken. In het geheel werden onderzocht vier en twintig (24) monsters, waarvan slechts 6 monsters vrij van saccharine bleken te zijn. Het aschgehalte van geen der monsters gaf aanleiding tot opmerkingen; meer dan 1,l°/0 asch bleef na verbran ding niet achter. Bedorven puddingpoeder (mijten en wormen) werd, zooals vroeger het geval was, niet meer aangetroffen. Op sommige pakjes stond vermeld „vrij van saccharine". De betrokken winkeliers werden met de aanwezigheid nüH m tHUÈÜ

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1911 | | pagina 289