In 1911 werden 3 algemeene vergaderingen gehouden, waarvan 2 werden bijgewoond door de adviseerende leden en de laatste door den directeur der openbare werken en bedrijven. Aan de te dier vergaderingen betoogde wenschelijkheid tot verbetering of aanvulling van materieel is zooveel mogelijk voldaan. De verstandhouding tusschen de leden is uitstekend en heeft eene prettige en degelijke samenwerking ten gevolge. B. Personeel. Het personeel der brandweer telde op 31 December 1911 1 opperbrandmeester, 1 adjunct-opperbrandmeester, 17 brandmeesters, 104 brandgasten, zijnde 20 in kringen 1, 2, 3 en 4, 14 in kring 5 en 10 bij de reddingsbrigade, 1 opzichter van het materieel, 1 bode, 125 personen, benevens hoofdagenten en agenten van politie en werklieden der gasfabriek en waterleiding voor de bediening van afzonderlijke slangenwagens. 10 der voormelde brandgasten zijn door den opperbrandmeester aangewezen als brandwacht, 18 zijn pijpleider en 25 wekker. De brandwachten bezitten een uniformjas, met helm en bijl; de pijpleiders dragen een helm en de brandgasten zijn voorzien van eene koperen armplaat met nummer. In 1911 is aan 13 brandgasten eervol ontslag verleend en de vacatures werden zoo spoedig mogelijk aangevuld. Niet geregeld echter werden onmiddellijk geschikte krachten ter vervanging gevonden en tengevolge hiervan is 't vorig jaar eene oproeping voor personeel per advertentie gedaan in de plaatselijke bladen, 't Resultaat ervan was teleurstellend. Slechts 2 geschikte personen meldden zich aan en zelfs deze konden, door hunne afgelegen woonplaats in buitenwijken, niet voor eene aanstelling in aan merking komen. Het vinden van goede manschappen is dan ook eene zorg geworden, die zich meer en meer doet gevoelen. De Bijlage N. 4

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1911 | | pagina 333