daaraan besteedt? Is de kennis op school opgedaan, waarmede de kinderen het leven intreden, evenredig aan de moeite en de inspanning, gedurende den leertijd zoowel door hun onderwijzers als door hen zelf ten koste gelegd Houdt de school wel steeds genoegzaam het oog op de praktijk gericht? Leert men er voor het leven? Ziedaar vragen, die men zich nooit te vaak kan stellen, als men het onderwijs toetst aan zijn resultaten. Aan de vruchten toch zal men den boom kennen. En waar het blijkt, dat deze niet steeds tot volle rijpheid en ontwikkeling komen, zal men den boom moeten verbeteren, hier hem be snoeien, daar hem nieuwe sappen toevoeren, wil men in de toekomst rijpe en zoete vruchten oogsten. Wanneer wij nu weten, dat in deze gemeente aan de voor treffelijke inrichting voor vakonderwijs, die wij bezitten, de ambachtsschool, nog onderricht moet worden gegeven in de vakken van gewoon lager onderwijs, omdat de lagere school niet voorzag in de meest noodzakelijke behoeften van den tegen- woordigen tijd, dan hebben we vóór ons onrijpe vruchten, geheel onvoldoende resultaten van het lager onderwijs. Bij het zoeken dan naar de oorzaken van deze ongewenschte toestanden dringt zich, evenals bij zooveel anderen, wien het lager onderwijs ter harte gaat, ook bij ons de vraag op Is de leertijd niet te kort? Kan een kind van middelmatigen aanleg in de bestaande zes leerjaren blijvende kennis vergaren van al datgene, wat in onzen tijd ook van een gewoon ambachtsman wordt vereischt Te meer nadruk valt op deze vraag, daar de kinderen thans de volksschool verlaten op een leeftijd, waarop het onderschei dend vermogen zich pas begint te ontwikkelen, en hun oordeel nog grootendeels moet worden gevormd, zoodat het gebruik maken van deze natuurlijke leerkrachten voor de school bijkans gehee! verloren gaat. Uitbreiding daarom van den leertijd schijnt ons de eisch van het oogenblik, invoering van een 7de leer jaar, nu reeds een wensch van velen, worde weldra de leus van allen, die het goed met ons volksonderwijs meenen. En waar nu in deze gemeente voor eenige jaren reeds met groot succes 5 Bijlage Q.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1911 | | pagina 402