3
Ter vervanging van de vertrokken leeraren werden benoemd
lo. ter vervanging van den heer van Herk, tot leeraar in
de wiskunde en het boekh-ouden, de heer G. van Rij, leeraar
aan de R. H. B. school met driejarigen cursus te Steenwijk (be
noemd 15 Juli, in functie getreden 17 September);
2o. ter vervanging van den heer Bouwman, tot leeraar in de
Hoogduitsche taal en letterkunde, de heer J. A. Sormani, leeraar
aan de H. B. school met vijfjarigen cursus en het gymnasium
te Tiet (benoemd 21 October 1911, in functie getreden
1 Januari 1912);
3o. ter vervanging van den heer dr. J. H. H. Houben, tot
tijdelijk leeraar in de Nederlandsche taal en de geschiedenis
(cursusjaar 1911—1912), de heer E. J. Haslinghuis, doctorandus
in de Nederlandsche letteren te Rotterdam (benoemd 19 Augustus,
in functie getreden 1 September.)
Het personeel der hoogere burgerschool bestond dus op 1 Januari
1912 uit de heeren
B. W. Mondt, civiel-ingenieur, leeraar in de wiskunde, de
werktuigkunde en het rechtlijnig teekenen
C. B. Barto, werktuigkundig ingenieur, leeraar in de wiskunde,
de werktuigkunde en het rechtlijnig teekenen
G. van Rij, leeraar in de wiskunde en het boekhouden
A. J. Klein Swormink, leeraar in de wiskunde
Dr. P. G. Tiddens, leeraar in de natuurkunde en de cosmographie
Dr. J. E. van den Arend, leeraar in de scheikunde
Dr. J. E. Couvée, leeraar in de natuurlijke historie, de natuur
kunde en de cosmographie
J. de Jong Az., leeraar in de geschiedenis en de staatsweten
schappen
H. A. Rijkens, leeraar in de aardrijkskunde en het boekhouden
J. M. Acket, leeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde
E. J. Haslinghuis, doctorandus in de Nederlandsche letteren,
leeraar in de Nederlandsche taal en geschiedenis
C. Goedeljee en E. E. Hartmann, leeraren in de Fransche taal
en letterkunde
G. M. van Riemsdijk, leeraar in de Engelsche taal en letterkunde
Bijlage S.