15 Adspiranten voor andere examens (candidaat Oost-Indisch ambte naar, adelborst, enz.) waren er dit jaar niet. De bestemming der overige leerlingen isP. A. G. Asselbergs, A. H. B. van Riemsdijk en W. L. Utermark willen ingenieur worden, de tweede werkt vooraf een jaar practisch aan de Bredasche Machinefabriek, de anderen studeeren reeds aan de Technische hoogeschool te DelftA. J. Blom en A. M. P. A. Scheltema studeeren aan de hoogere landbouwschool te Wageningen G. E. Haagens studeert om het aanvullingsexamen Latijn en Grieksch af te leggen en wil dan voor meester in de rechten gaan studeeren A. A. P. Heijman studeert aan de middelbare technische school te Dordrecht C. M. M. Heijmans wordt opgeleid voor de muziek Suze Leendertz studeert niet verder, in December 1911 is zij getrouwd J. A. J. W. Nieuwenhuijs wordt voor den handel opgeleid J. A. Klein Swormink en J. J. Temminck studeeren voor arts Anna Uhde en A. J. van der Waals studeeren voor onderwijzer H. J. A. Vermijs studeert voor ambtenaar bij de posterijen J. G. Reichardt heeft nog geen keuze gedaan. Voor de cadettenschool te Alkmaar deden drie leerlingen der derde klasse examen. Het oordeel van directeur en leeraren was niet gevraagd, anders zou het aan twee beslist zijn ontraden. Allen werden afgewezen (de derde had alleen plaatsing in Oost- Indië gevraagd, zijn ijver had beter kunnen zijn). Voor de middelbaar technische school te Dordrecht deed met goed gevolg examen Th. A. L. Colen, leerling der derde klasse, terwijl de leerling E. B. A. van Tuinen der vierde klasse zonder examen werd geplaatst. Eén leerling, die in de derde klasse bleef zitten werd (terecht) afgewezen voor de machinistenschool te Amsterdam, doch werd geplaatst op den voorbereidenden cursus. Zonder examen werden wegens verhuizing geplaatst in de klassen, waarin zij hier zouden hebben plaatsgenomen vijf leer lingen (twee op de R. H. B. school te Zwolle, één op de H. B. scholen te Kampen, Tilburg en Wageningen). Bijlage S.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1911 | | pagina 463