lo. In het personeel van de burgeravondschool kwamen twee wijzigingen. Aan de heeren A. van Herk en dr. J. H. H. Houben, beiden tijdelijke leeraren, werd in verband met hunne in ons verslag der hoogere burgerschool reeds vermelde benoemingen tot leeraren te Amsterdam en te Eindhoven, respectievelijk in de raadszittingen van 1 en 15 Juli eervol ontslag verleend met ingang van 1 September 1911. In de raadszitting van 26 September werden tot tijdelijke leeraren voor het schooljaar 19111912 benoemd; lo. voor natuurkunde: dr. J. E. van den Arend, leeraar aan de hoogere burgerschool (herbenoeming); 2o. voor wiskunde en boekhouden: de heer G. van Rij, leeraar aan de hoogere burgerschool en 3o. voor de Nederlandsche taal: de heer E. J. Haslinghuis, leeraar aan de hoogere burgerschool. Alle heeren traden 1 October 1911 in functie. Het personeel bestond dus op 31 December 1911 uit de heeren B. W. Mondt, civiel-ingenieur, directeur en leeraar in de wis- en werktuigkunde; C. B. Barto, werktuigkundig ingenieur, leeraar in de wis- en werktuigkunde; A. J. Klein Swormink, leeraar in de wiskunde; Dr. J. E. Couvée, leeraar in de kennis der natuur; Dr. P. G. Tiddens, leeraar in de natuurkunde; W. H. Tromp, W. W. Plasman en J. F. Thijssen Jr., leeraren in de wiskunde en de Nederlandsche taalen bovendien de tijdelijke leeraren: Dr. J. E. van den Arend, leeraar in de natuurkunde; G. van Rij, leeraar in de wiskunde en het boekhouden en E. J. Haslinghuis, doctorandus in de letteren, leeraar in de Nederlandsche taal. Nog zijn aan de school verbonden H. J. Thillier, als amanuensis voor natuurkunde en C. A. Vos, als concierge. Bijlage S. 26 B. Burgeravondschool.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1911 | | pagina 474