9
den dag, waarop zij vóór 25 jaren door B. en W. als leeraren, resp.
in handteekenen, meubelmaken en timmeren werden aangesteld.
Was gelijk wij boven aanstipten de 27ste Maart voor den
directeur een merkwaardige dag, niet minder was dit de 30ste
Augustus, toen hem de tijding gewerd, dat het H. M. de Koningin
had behaagd hem te benoemen tot ridder in de orde van Oranje
Nassau. Dat bij deze koninklijke erkenning zijner verdiensten
den directeur overtalrijke bewijzen van belangstelling toevloeiden,
laat zich denken en was een bewijs, dat men algemeen met deze
hooge onderscheiding was ingenomen.
Gelijk uwen raad bekend is, had in 1910 de aanbesteding
plaats van 3 smederijen, enz., zijnde het lste gedeelte der voor
genomen uitbreiding en werden deze in het begin van 1911
naar ons genoegen opgeleverd en in gebruik genomen, de oude
werkplaatsen werden ontruimd en door eene doelmatige indeeling
der klassen der timmerlieden en meubelmakers in het hoofdge
bouw, werd het onderwijs zoo goed mogelijk gegeven.
Thans kon worden overgegaan tot het ten uitvoer brengen
van het tweede gedeelte der uitbreiding, waarvan de aanbesteding
op 9 Maart plaats had en waarvan de minste inschrijver was
de heer C. Dielissen te Breda, voor de som van f 20792,
aan wien de uitvoering werd opgedragen.
In tegenstelling met het eerste, ging dit tweede gedeelte
niet zoo vlot van de hand, als wij gehoopt hadden, zoodat de
oplevering niet op den gestelden termijn 1 September, kon ge
schieden. Evenwel werden de werkzaamheden zoodanig geregeld,
dat de 10e September de nieuwe werkplaatsen in gebruik werden
genomen, zoodat op den 15e Sept. in de nieuwe gebouwen het
feit kon herdacht worden, dat de ambachtsschool vóór 25 jaren
door den toenmaligen burgemeester mr. E. de Man Ez., voor
geopend werd verklaard.
Bijlage T
Koninklijke onderscheiding.
Uitbreiding der gebouwen.