en in 1906 f 29,925
1907 10,05
1908 20,325
1909 15,526
1910 25,50
Alzoo in 1911 f 7,05 minder dan in 1910.
Deze uitgaaf wordt geregeld naar het meerdere of mindere
gewaarborgde en het gehalte van de verkochte panden.
De overschotten op verkochte panden, bestaande uit de meer
dere opbrengst dan de beleende som met de daarop verschenen
interesten, blijven, volgens artikel 23 van het Reglement voor de
Bank, gedurende 20 maanden, van den dag van verkoop af ter
beschikking van de houders van pandbewijzen.
Het onafgehaalde vervalt na dien tijd ten voordeele van de
Bank van leening.
Aan de Bank vervallen overschotten op verkochte panden
in Februari 1911 f 59,42 van panden verkocht in Juni 1909.
Mei 59,86 September
Augustus 53,05 December
„November 53,83 Maart 1910.
f 226,16
Het overschot op verkochte panden bedroeg
in Maart 1911 f 275,88
1906 f 488,706
1907 534,205
1908 608,225
1909 511,325
1910 585,95
Juni
September.
December
128,84
166,86°
88,475
f 660,06
Het overschot bedroeg in
Bijlage Z.
8
Overschot op verkochte panden.