95 Aan dit recht is in 1912 ontvangen voor 1 14 gewone en 7 bijzondere vergunningen f 6607,81B, tegen f 6662,50, in 1911. Het recht voor eene bijzondere vergunning bedraagt 75 ten honderd van het bedrag, hetwelk voor eene gewone vergunning, overeenkomstig art. 20, 3de lid, der drankwet, wordt vastgesteld. Bovendien wordt het recht van elke vergunning met 50 ten honderd verminderd voor de localiteiten, waarin geen sterke drank in het klein verkocht of geschonken wordt tusschen Zaterdagavond 6 uur en Maandagochtend 8 uur. Van deze bijzondere bepaling werd in 1912 gebruik gemaakt door de houders van 5 bijzondere vergunningen. Met betrekking tot de schatting der huurwaarde van locali teiten, waarin sterke drank in het klein wordt verkocht, werd door ons in 1909 eene regeling vastgesteld, opgenomen in het gemeenteverslag van dat jaar, welke regeling ook in 1912 tot grondslag voor de berekening van het vergunningsrecht heeft gestrekt. Schatter van de dranklocaliteiten is de heer F. B. Engbersen. Ten aanzien van de uitvoering en de toepassing van ver schillende bepalingen der drankwet valt alsnog het volgende te vermelden 3 vergunningen ingevolge art- 5, 2dp lid (tegen inwisseling van twee bestaande vergunningen). 1 vergunning voor logement ingevolge art. 2, 2df lid. 1 vergunning op eene andere localiteit (art. 25). Vergunningsrecht voor den verkoop van derken drank in het klein. Verleend werden Overgeschreven werd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1912 | | pagina 104