VERSLAG omtrent gemeente-eigendommen en
inrichtingen en den dienst der openbare werken
te Breda over het jaar 1912.
Het personeel der openbare werken onderging deze wijziging,
dat de tijdelijk bouwkundig opzichter werd benoemd in vasten
dienst, zoodat het personeel op 31 December 1912 bestond uit:
1 directeur,
1 adjunct-directeur,
1 opzichter, hoofdzakelijk belast met bestrating en rioleering,
1 opzichter, tevens teekenaar,
1 bouwkundig opzichter,
1 tijdelijk klerk.
Voor de uitvoering van bestek nr. 3 dienstjaar 1912 was
van af 1 September 1912 een tijdelijk opzichter in dienst.
Bij raadsbesluit van 17 Februari 1912 werd eene nieuwe
verordening, regelende de benoeming, bezoldiging enz. der
ambtenaren vastgesteld.
Het werklieden personeel in vasten dienst verminderde.
De straatmaker H. Voeten verliet den dienst der gemeente.
De tijdelijke werkman der Baronielaan H. Franken werd ont
slagen en door een ander vervangen.
De regeling van loon en arbeidstijd, die 1 Januari 1912 in
werking trad, geeft geen aanleiding tot bemerkingen.
Aan het werkliedenpersoneel in vasten dienst werd aan nor
male weekloonen zonder te letten op vermindering van
personeel, op ziektedagen, overwerk enz. over 1912 meer
uitbetaald dan over 1911 f 1537,99 als gevolg van de nieuwe
loonregeling.
Op 31 December 1912 waren in vasten dienst:
3 straatmakers,
3 timmerlieden,
over te brengen 6
I. Personeel.