14 (referte aan hoofdstuk IV van het jaarverslag 1911) is in het jaar 1912 tot stand gebracht. De naamlooze vennootschap „Volkshuisvesting" verzocht in den loop van dit jaar aan de gemeente Breda een voorschot van ten hoogste f 112000,voor den bouw van 69 arbeiderswoningen aan de Gasthuisvelden (Felle- noordstraat). De gezondheidscommissie adviseerde aan burgemeester en wethouders het gevraagde voorschot toe te staan. „Burgemeester en wethouders kunnen uitzondering op „dit verbod toestaan bij het bebouwen van een open erf, „gelegen aan den hoek van twee straten, overeenkomstig „door hen te stellen eischen. „In andere bijzondere gevallen of ingeval van dringende „noodzakelijkheid kan de gemeenteraad uitzondering op be- „doeld verbod toestaan en nadere eischen stellen. „Op tuinhuisjes, berghokjes, plantenkasten en dergelijke „gebouwtjes is de bepaling van de eerste alinea niet van „toepassing, mits deze te zamen niet meer oppervlakte in- nemen dan een vierde van de in genoemde alinea ge vorderde open ruimte en niet hooger zijn dan 2,5 M." Evenals in vorige jaren werd door burgemeester en wet houders van Breda herhaaldelijk het oordeel der commissie gevraagd over het al of niet verleenen van dispensatie van dit artikel. De commissie alvorens haar advies uit te brengen stelt zich immer door een plaatselijk onderzoek op de hoogte van den toestand. Art. 14 Art. 14 der bouwverordening van Breda, hierboven veror- bedoeld> luidt (lening. „Het is verboden een erf te bebouwen over meerdere „diepte dan drie vierden gedeelten van het erf, gemeten „uit de rooilijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1912 | | pagina 252