VERSLAG omtrent het Toezicht op Voedingsmiddelen
en Gebruiksartikelen in de gemeente Breda, over
het Jaar 1912.
VERORDENINGEN.
De verordening regelende het toezicht op voedingsmid
delen en gebruiksartikelen en die op den keuringsdienst
zijn onveranderd gebleven. Dit is ook het geval met de
instructiën voor het personeel.
PERSONEEL.
In het personeel van den keuringsdienst is geen veran
dering gekomen. De onderzoekingen werden verricht door
of onder leiding van de ambtenaren van den dienst aan
het laboratorium van den Centralen Keuringsdienst van
voedingsmiddelen en gebruiksartikelen, Westzeedijk 21 te
Rotterdam.
WERKZAAMHEDEN.
De keurmeesters-monsternemers waren belast met het
nemen der monsters en de opzending daarvan naar het
laboratorium. Zij bezochten geregeld de winkels, verkoop
lokalen en markten. Waren werden door hen geregeld naar
het oog, den reuk en den smaak gekeurd. Voedingsmiddelen,
verkeerende in ondeugdelijken toestand, werden herhaaldelijk
aangetroffen en dan in het belang der openbare gezondheid
op last van Burgemeester en Wethouders vernietigd. Bij
het bezoek aan winkels, hetzij dit geschiedde voor het nemen
van monsters of voor het keuren van voedingsmiddelen,
werd op de zindelijkheid gelet. Waar inlichtingen door
leveranciers werden gevraagd, werden deze voor zoover
mogelijk, direct door de keurmeesters-monsternemers gegeven
of wel de gestelde vragen aan mij overgebracht. In het
laatste geval werden de leveranciers dan schriftelijk of bij
gelegenheid der zittingen mondeling ingelicht.