Voormeld college was op 31 December 1912 samengesteld
uit de heeren
mr. E. P. van Lanschot, burgemeester, benoemd bij konink
lijk besluit van 21 Augustus 1907, n°. 46; geinstalleerd 11
September daarna.
A. P. Scheltus, wethouder, aftredende in 1917.
W. G. H. Rombouts, wethouder, aftredende in 1917.
mr. W. IngenHousz, wethouder, aftredende in 1914.
Zoowel de burgemeester als de wethouders waren met de
heeren L. M. Beekers, commies (als hoofd) ten kantore van den
burgerlijken stand en A. J. van Son, (hoofdcommies ter secretarie),
ambtenaren van den burgerlijken stand.
Bij raadsbesluit van 3 Augustus 1912 is alsnog tot vierde
ambtenaar van den burgerlijken stand benoemd de heer M. J.
M. Nelissen, adjunct-commies ten kantore van den burgerlijken
stand en bevolking.
SecretarisH. H. Jonkergouw, benoemd bij raadsbesluit van
20 Juni 1908.
OntvangerF. F. X. Cerutti, benoemd bij raadsbesluit van
12 Maart 1892.
In het dagelijksch bestuur hadden geene mutatiën plaats.
De heeren A. A. A. Meeuwesen, J. C. J. van Gastel en
J. G. Overing hielden in 1912 op lid van den raad te zijn.
De beide eerstgenoemden wegens vertrek uit de gemeente en
laatstgenoemde wegens bedanken.
Hunne plaatsen werden aangevuld door de verkiezing respec
tievelijk op 3 en 13 December 1912 van de heeren H. A.
Sassen, W. J. A. Loomans en N. J. H. van Groenendael.
28
B. Het college van dagelijksch bestuur.
Mutatiën in den raad en in het dagelijksch bestunr.