VERSLAG van den toestand van het lager onder
wijs in de gemeente Breda gedurende het jaar
1912, ingediend bij den gemeenteraad door de
plaatselijke commissie van toezicht.
In deze gemeente werd gedurende het verslagjaar aan 18
inrichtingen lager onderwijs verstrekt, en wel aan 7 openbaar-
en aan 11 bijzonder onderwijs.
Op 5 scholen werd meer uitgebreid lager onderwijs gegeven
op 3 uitgebreid lager onderwijs terwijl de overige 10 voor
gewoon lager onderwijs waren ingericht.
De scholen voor meer uitgebreid lager onderwijs waren:
I. Een openbare meisjesschool, die slechts 4 klassen telt,
omdat de eerste 5 leerjaren door de meisjes gezamenlijk met
de jongens worden doorgebracht op de openbare school no. 1
II. Een school van het departement Breda der maatschappij
tot Nut van 't Algemeen. In de eerste 2 leerjaren heeft deze
school een gemengde bevolking, doch van de derde tot en met
de negende klasse is het een jongensschool.
III. Een roomsch-katholieke bijzondere school voor jongens
met 9 leerjaren, waaraan nog verbonden is een hoogere klasse,
die opleiding beoogt tot het behalen der akte voor lager onderwijs.
IV. Een meisjesschool van het departement Breda der
maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Deze begint met het
derde leerjaar, daar zij de meisjes overneemt, die de eerste 2
klassen der sub II genoemde school met vrucht hebben doorloopen
en telt 8 leerjaren.
V. Een bijzondere school voor protestanten. Ook aan deze
inrichting is een vervolgklasse verbonden, die de leerlingen iri
staat stelt het toelatings-examen voor de derde klasse eener
hoogere burgerschool af te leggen.
De 3 scholen waarop uitgebreid lager onderwijs wordt ge
geven zijn
Indeeling der inrichtingen voor lager onderwijs.