De commissie van toezicht kwam in het verslagjaar op gezette
tijden bijeen ter behandeling van onder haar aandacht gebrachte
onderwijszaken, tot het opmaken van aan haar gevraagde advie
zen en ter bespreking van hetgeen haar, in het belang van het
lager onderwijs hier ter stede, nuttig en noodig voorkwam.
Zij zag een harer wenschen vervuld door het tot stand komen
van de lang verbeide leerplannen voor de openbare lagere scholen,
waardoor volgens haar meening de gelijkvormigheid van het
onderwijs aan de verschillende inrichtingen ten zeerste zal wor
den bevorderd. Een tweede wensch, die ook dit jaar weer in de
vergaderingen meermalen ter sprake kwam, de oprichting n.l.
van een vervolg- en herhalingsklasse aan een der 2 tusschen-
scholen met zesjarigen cursus, liet nog steeds op vervulling
wachten. Mogen de beletselen, die den aanbouw van een locaal
verhinderden, spoedig verdwijnen in het belang van het onderwijs
in de hoogste af deeling der betrokken scholen zoowel als in dat
van de overige klassen, want de hoofden worden thans door
hun te zware taak in de zesde klasse te veel in beslag genomen
om zooveel als wenschelijk ware toezicht te kunnen uitoefenen
op de geheele school.
Voorts kwam naar aanleiding van het ingekomen rapport der
commissie, ingesteld tot onderzoek naar de mogelijkheid van
invoering in ons land van het Mannheimerstelsel, de commissie
van toezicht na bespreking tot de slotsom, dat, hoezeer dit stelsel
ook in Duitschland op vele plaatsen de hooggestelde verwach
tingen nog had overtroffen, invoering er van in ons land in steden
van den omvang van Breda niet doeltreffend zou kunnen zijn.
Bij het 25-jarig jubileum van den heer Clerx op 1 September
1912 werd de commissie vertegenwoordigd door den voorzitter
en 2 harer leden.
Tegen het einde van het jaar zagen wij den heer A. J. A.
Verschraage uit ons midden heengaan, daar hij op 16 November
op zijn verzoek door den raad der gemeente eervol werd ont
slagen onder dankbetuiging voor de vele en langdurige diensten
De commissie van toezicht.