2 Wegens het niet doen verstrekken van lager onderwijs aan kinderen, die nog in den leerplichtigen leeftijd vielen, werden het vorig jaar 13 aansprakelijke personen voor onze commissie opgeroepen. Aan die oproeping werd door 8 personen gevolg gegeven. Uit de verklaringen der ouders en het nader door de com missie ingesteld onderzoek bleek, dat van deze kinderen 1 huisonderwijs genoot, 1 naar eene andere gemeente was vertrokken, 1 wegens een spraakgebrek niet tot schoolbezoek in staat was, 1 tengevolge van huiselijke omstandigheden nog nooit de school bezocht had, ofschoon het kind reeds 8 jaar oud was, 1 nog niet leerplichtig was, wegens foutieve opgave van het geboortejaar, 4 reeds op eene lagere school geplaatst waren, 3 reeds overleden waren, en 1 om onbekende redenen de school niet bezocht. Het ééne kind, dat nog nooit de school bezocht had, werd na onze waarschuwing spoedig als leerling op eene lagere school ingeschreven, terwijl de andere, waarvan de oorzaak van school verzuim onbekend was, ambtshalve als leerling werd ingeschreven op de openbare school aan de Middellaan. Dank zij de veroordeelingen tot hoogere geldboeten, welke in den laatsten tijd wegens overtreding der leerplichtwet door den Kantonrechter zijn opgelegd, was het relatief schoolverzuim in het afgeloopen jaar aanmerkelijk minder dan in voorgaande jaren. In 1912 werden voor onze commissie ter zake van dit ver zuim opgeroepen 154 aansprakelijke personen tegen 215 in 1911 en 247 in 1910. Van deze 154 opgeroepenen verschenen er (11 voor onze commissiede overige 93 vonden het blijkbaar de moeite niet Absoluut schoolverzuim. Relatief schoolverzuim.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1912 | | pagina 491