3 waard, om het verzuim hunner kinderen voor de commissie aannemelijk te maken. Zij bleven eenvoudig weg. Aan deze werd de bij de wet voorgeschreven waarschuwing schriftelijk toegezonden. In ons vorig jaarverslag wezen wij er reeds op, dat ver oordeelingen tot flinke geldboeten ongetwijfeld een gunstigen invloed zouden uitoefenen op een geregeld schoolbezoek en niet weinig zouden bijdragen, om den onwil en de onverschilligheid voor de wet, die bij velen maar al te zeer bestonden, weg te nemen en plaats te doen maken voor een ordelijk en regel matig schoolbezoek en eerbied voor de wet. Met genoegen kunnen wij constateeren, dat dit doortastend optreden van den Kantonrechter zijne uitwerking niet heeft gemist. Verschillende ouders, die zich vroeger om het bestaan der leerplichtwet weinig of niets bekommerden, zijn reeds tot beter inzicht gekomen, en hebben de overtuiging verkregen, dat de leerplichtwet niet langer als eene doode letter te be schouwen is. Niet onvermeld mag blijven het ernstig streven van den heer ambtenaar van het openbaar ministerie bij het kantongerecht alhier, om de leerplichtwet in deze gemeente aan haar doel te doen beantwoorden en het schoolverzuim zooveel mogelijk tegen te gaan. Aan zijne volijverige bemoeiingen, welke boven onzen lof verheven zijn, danken wij mede voor een goed deel de aan vankelijk verkregen gunstige resultaten. Nadat wij in den loop van 1911 met dezen ambtenaar eene samenspreking hadden gehouden tot het beramen van maat regelen, welke zouden kunnen strekken, om het schoolverzuim te beperken, vooral van die kinderen, die weken, ja maanden achtereen verzuimden en voortdurend op straat bleven rond- loopen, gaf ZEd.Achtb. te kennen, dat hij niet ongeneigd was, aan personen, die wegens overtreding der leerplichtwet waren veroordeeld, in sommige gevallen uitstel van straf te verleenen, echter onder uitdrukkelijke voorwaarden, dat de kinderen van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1912 | | pagina 492