In het onderwijzend personeel kwam geen verandering. De heer
J. B. Resenk, tijdelijk leeraar in de electro-techniek, werd bij
raadsbesluit van 6 September 1912 definitief aangesteld.
De heer J. N. Tj. Buining, leeraar in het handteekenen, was
door ongesteldheid verhinderd gedurende ongeveer drie maanden
les te geven. Om geen stoornis in dat onderwijs te geven, werden
zijne lessen waargenomen door den leeraar aan de gemeente-
teekenschool, den heer W. P. Mulder.
Het onderwijzend personeel was op 31 December jl. samen
gesteld als volgt:
J. J. Harte, directeur.
J. N. Tj. Buining en J. van Zijp, leeraren in het handteekenen.
W. W. Plasman, le en
L. A. M. Slechtriem 2e leeraar in theor. vakonderwijs.
M. A. Raats, plaatsverv. directeur en leeraar vakteekenen en
protectieleer,
L. A. van Dijk, leeraar in id. id.
J. W. Kannemans, id. in ijzerconstructie.
L. C. van der Pol, le leeraar in timmeren.
J. M. Smeekens, 2e
J. B. Snelders, leeraar in vuur- en bankwerken.
G. M. den Blinde, mach. bankwerken.
H. A. G. Vrensen, huis- en decoratieschilderen.
M. Bakx, meubelmaken.
A. Brouwers, metaaldraaien.
J. B. Resenk, leeraar in electro-techniek, is met de geheele
opleiding, zoowel praktisch als theoretisch, belast.
Ook in dit jaar werden gelijk vorige jaren, de leerlingen in de
gelegenheid gesteld, onderwijs in den christelijken godsdienst
te ontvangen.
Personeel.
Godsdienstonderwijs.