JAARVERSLAG van de afdeeling Breda van den Ned. Bond voor Lichamelijke Opyoeding over 1912. Op het afgeloopen jaar, het tweede onzer afdeeling, kunnen we niet met onverdeelde gevoelens van tevredenheid terugzien. Het ledenaantal steeg wel tot ongeveer 200, doch als men be denkt, dat eene vermeerdering van ongeveer 60 leden te danken was aan het rondzenden en doen ophalen van bijna 1000 cir culaires, mag dit resultaat niet al te schitterend heeten. Door bedanken en verhuizen naar elders ging daarentegen weer een 20-tal leden voor onze afdeeling verloren. De financieele crisis, dien het hoofdbestuur doormaakte en de verspreide geruchten omtrent den N. B. L. O., vergemakke lijkten de aanwinst van leden ook niet. Integendeel meenden verschillenden daarin blijkbaar een reden te zien het lidmaatschap op te zeggen. Het lijkt ons daarom niet overbodig op te merken 1 e dat de afdeelingen van den N. B. L. O. nimmer aansprakelijk gesteld kunnen worden voor de schulden door het hoofdbestuur gemaakt2 e dat het gereorganiseerde hoofdbestuur, dank zij zijn onvermoeid streven er in geslaagd is den naam en de eer van den N. B. L. O. te redden. De schuldeischers zullen worden voldaan en verder zal dit hoofdbestuur er wel voor waken, dat slechts geroeid wordt met de riemen die men heeft. Het wederom toestaan der subsidie van f 18000. voor de spelleiders-cursussen door de Regeering bewijst volkomen, dat ook deze vertrouwen stelt in het nieuwe bestuur van den bond. Waar een zoo belangrijk deel dezer subsidie tot nog toe steeds der Dredasche burgerij ten goede kwam, meenden we dit in ons jaarverslag niet onvermeld te moeten laten. De gemeenteraad van Breda, in de veronderstelling dat wij het eerste jaar voor meerdere uitgaven hadden gestaan, bracht de subsidie van f 500,die onze afdeeling voor 1911 genoot, terug op eene jaarlijksche van f 300,waarvoor we niettemin

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1912 | | pagina 570